Let op de bijtelling

Een publicatie van: drs Jos Faarts

Voor een auto van de zaak gelden in Nederland verschillende regels met betrekking tot belastingen, administratie en privégebruik. Hier zijn enkele belangrijke regels:

Bijtelling: Als een werknemer een auto van de zaak ook privé gebruikt, moet er bijtelling worden betaald. De bijtelling is een percentage van de cataloguswaarde van de auto en wordt bij het belastbaar inkomen opgeteld. Het bijtellingspercentage hangt af van de CO2-uitstoot en het jaar van eerste toelating van de auto.

Rittenadministratie: Als een werknemer minder dan 500 kilometer per jaar privé rijdt met de auto van de zaak, kan de bijtelling worden voorkomen door een sluitende rittenadministratie bij te houden. Hierin moeten alle zakelijke en privéritten worden geregistreerd, inclusief de datum, het begin- en eindadres, de afgelegde kilometers en het karakter van de rit (zakelijk of privé).

Brandstofkosten: Als de werkgever de brandstofkosten voor privéritten betaalt, wordt dit beschouwd als loon in natura en moet er loonbelasting over worden betaald. Het is ook mogelijk dat de werknemer de brandstofkosten zelf betaalt en deze achteraf declareert bij de werkgever.

BPM en motorrijtuigenbelasting: De werkgever is verantwoordelijk voor het betalen van de BPM (Belasting van Personenauto's en Motorrijwielen) bij aanschaf van de auto van de zaak. De motorrijtuigenbelasting wordt betaald door degene op wiens naam het kenteken staat, meestal de werkgever.

BTW: De BTW op de aanschaf, onderhoud en gebruikskosten van de auto van de zaak kan in de meeste gevallen worden teruggevorderd, maar dit hangt af van het zakelijke karakter van de kosten.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de regels voor auto's van de zaak complex kunnen zijn en kunnen veranderen. Het is daarom verstandig om een fiscaal adviseur of accountant te raadplegen om ervoor te zorgen dat aan alle vereisten wordt voldaan en om de meest recente regelgeving toe te passen.